Stoep - Utrecht 0000.0011

 

Literatuur

 

- Hulzen, dr. A. van, "Van stoepen tot trottoirs". In: Stadsblad Utrecht (huis-aan-huisblad), 16-10-1996, blz. 3

 

 (1869)

- [WFvS], "Na honderd jaar", in: Maandblad Oud-Utrecht, 1966, blz. 86-87 (Als inleiding wordt in dit artikel de ontwikkeling van de straatinrichting geschetst, met de particuliere stoep, het 'voetpad met kleine steentjes' en de rijweg bestraat met 'kinderhoofdjes'. Rond 1869 worden steeds meer trottoirs aangelegd, vaak onderbroken door de stoepen die de gemeente niet kon verwerven. Deze trottoirs horen hier niet thuis en zijn 'een ongelukkige navolging uit de vreemde', zoals het raadslid C.G. de Balbian van Doorn furieus betoogde, volgens het uitvoerig geciteerde verslag van een gemeenteraadsvergadering in 1869.)

 1930

- Gemeentelijke Monumentencommissie Utrecht, 1930, Eerste vergadering, gehouden op Woensdag 29 Januari,  verslag nr 29, (handschrift, 1928-1937 in 1 band gebonden). [12 blz.]. Hierin "Bestrating en trottoiraanleg Achter St Pieter": blz. 4 (De commissie acht de verkeersdrukte niet zodanig dat daarvoor de soms prachtige stoepen zouden moeten verdwijnen).

        (klik hier voor de tekst, PDF, 3,2 MB)

 1931

- Gemeentelijke Monumentencommissie Utrecht, 1931, Tiende vergadering, gehouden op 13 Mei,  verslag nr 50, (handschrift, 1928-1937 in 1 band gebonden). [9 blz.]. Hierin punt 3: "Trottoiraanleg Springweg": blz. 3-5 (Het asfalteren van de straat wordt door de commissie acceptabel geacht op grond van 'het utiliteitsprincipe', hoewel het aanzicht van deze belangrijke straat daardoor geschaad zal worden. Bij dit plan behoort ook de aanleg van trottoirs, belegd met tegels. "De voorzitter concludeert, dat de commissie niet wil adviseren tot behoud van de thans aanwezige stoepen." De bedekking van de trottoirs met tegels stuit op bezwaar, vooral bij "de rij huisjes van het voormalige weeshuis (perceelen 102 t/m 130)" [bedoeld wordt: 100 t/m 130 - jp0118]. De commissie besluit voor de hele straat de toepassing van klinkers op de trottoirs aan te bevelen.)

        (klik hier voor de tekst, PDF, 2,8 MB)

 1935

- "Hoek Catharijnesingel - Vleutenscheweg. Voorstel tot onteigening van de in aanmerking komende perceelen". In: Utrechtsch Nieuwsblad, 18-02-1935, blz. 14 ("B. en W. stellen den raad voor thans definitief te besluiten tot onteigening van de perceelen op en bij den hoek van den Catharijnesingel en den Vleutenscheweg, benoodigd voor de vaststelling van de nieuwe rooilijn ter plaatse.
Aan de toelichting ontleenen wij het volgende: In zijn vergadering van 23 Augustus 1934 besloot Uw raad, tegelijk met de vaststelling van een voorgevelrooilijn voor de bebouwing op en bij den hoek Catharijnesingel-Vleutenscheweg, tot voorloopige goedkeuring van het plan tot de onteigening van de ter plaatse gelegen perceelen kadastraal bekend gemeente Catharijne, sectie B, nrs. 1179, 2865, 2933, 2934, 1183 en 1184. Zoodra het rooilijnbesluit door de Gedeputeerde Staten was goedgekeurd en derhalve de rechtsgrond voor de onteigening geheel vaststond, hebben wij de door artikel 80 van de Onteigeningswet vereischte stukken ter inzage doen leggen.
Ingebrachte bezwaren." 1. De opgegeven oppervlakte van de percelen klopt niet. [...] "2. de, weliswaar kadastraal ten name van de Gemeente staande, doch rechtens haar in eigendom toebehoorden stoepen vóór de perceelen 2934 en 1183 zijn niet in het plan tot onteigening begrepen. Op grond van een en ander verzoekt de adressante de oppervlakte van haar perceelen te herzien en de bovengenoemde stoepen alsnog in de onteigening op te nemen.
Met betrekking tot deze bezwaren deelen B. en W. o.m. het volgende mede:"
Ad 1: De door de gemeente aangegeven oppervlakte is gebaseerd op een opmeting door het kadaster in januari 1934, dit bewaar wordt afgewezen.
Ad 2: ten aanzien van het eigendom van de stoepen heeft B. en W. "daaromtrent een archiefonderzoek doen instellen. Daarbij is komen vast te staan, dat deze stoepen, ofschoon kadastraal ten name van de gemeente gesteld, inderdaad als eigendom van adressante moeten worden aangemerkt en derhalve mede in de onteigening dienen te worden begrepen." Aangezien dat zou betekenen dat de hele procedure overgedaan zou moeten worden, is er met de adressante een regeling overeengekomen. Dit deel van het bezwaarschrift is daarmee ook afgedaan.
(Plaatsbepaling: De rooilijn voor Catharijnesingel bij de hoek "Catharijnesingel - Vleutenscheweg" (nu: Leidseveer) is te zien op een plattegrond uit 12-1923, bijlage bij de Gedrukte verzameling 1923, nr. 152. (Het Utrechts Archief, beeldbank, catnr. 39790).
Onder meer het toenmalige hoekpand diende te verdwijnen. Voor de oude situatie zie: HUA, catnr. 40669. - jp0420)
)

 1979

- "Adviesraad klaagt over 'erbarmelijke' stoepen. Treurige toestand in binnenstad". In: Utrechts Nieuwsblad, 27-02-1979

 1997

- Rampart, C.J.M. (tekst), J. van Zelst (red.), Restauraties in Utrecht, 1996-1997. Een overzicht van gemeentelijke restauratieprojecten. Utrecht (Gemeente Utrecht, Dienst Stadsontwikkeling, Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling en Ontwerp, Bureau Monumenten), 19992e druk. [64 blz. ISBN -]. Hierin "Project 'herstel monumentale stoepen'": blz. 18-21

 1998

- "Gebruik geld stoepen liever voor minima". In: Utrechts Nieuwsblad, 12-11-1998, blz. 13

 2002

- Lägers, Hans, Herstelde monumenten. Gemeentelijke restauratieprojecten in Utrecht 1998-2002. Utrecht (Gemeente Utrecht), 2003cop. [64 blz. ISBN 90.73448.07.7]. Hierin "Monumentale stoepen in Utrecht": blz. 29-32